Het debuut van Ultravox! en daarmee reis ik vanaf Amerikaanse dansbare wavepop uit 1978 door
Talking Heads terug naar het Londen van februari 1977, als
Ultravox! verschijnt. Opgenomen door producers Steve Lillywhite en Brian Eno. De eerste deed datzelfde jaar
Live! van Status Quo en de tweede
Low van David Bowie. Verschillende muzikale werelden en laten die nou elkaar raken op deze plaat.
De muziek werd geschreven door zanger John Foxx wiens naam verscholen zit in de groepsnaam, toetsenist-violist Bill Currie en bassist Chris Cross. Het resultaat is een amalgaam van pubrock (in opener
Satday Night In The City Of The Dead klinkt zelfs een mondharmonica), rockende kritiek op de belastingvluchters van de Rolling Stones in
Life at Rainbow's End (For All the Tax Exiles on Main Street), swingende wave in
Slip Away met daarin aangename toetsen en progrock in
I Want to Be a Machine waarin echo's van het Genesis met Peter Gabriel klinken; met zijn dikke 7 minuten het langste nummer van de plaat.
Op kant 2 wordt opnieuw uit verschillende bronnen gedronken. Gitaarwave in
Wide Boys, reggaepop in
Dangerous Rhythm, funkinvloeden in
The Lonely Hunter, dominante viool in het sterke
The Wild, The Beautiful & The Damned en introverte synthpop in slotlied
My Sex.
Nee, dit is nog niet het Ultravox met Midge Ure, die in datzelfde jaar vooral druk was met eerst nog
Slik en PVC2, daarna met
Rich Kids. Opgenomen in het najaar van 1976 is dit echter wel degelijk een lekkere samenvatting van Britse alternatieve rock van de jaren '74-'76 met daarin hints op de nabije toekomst.
Mijn reis vervolgt met Britse punk, op naar
The Vibrators.