Het is niet toevallig dat Zo Moeilijk de naam van zijn thuishaven in de titel van debuutplaat Nijmeegse Modo heeft verwerkt. Niet alleen is Zo Moeilijk de eerste hiphopact uit Nijmegen die landelijk aandacht krijgt, ook stoppen rappers Rosco en Nosa hun teksten vol met kleine referenties naar de stad.
“Nijmegen is een andere wereld. We hebben natuurlijk een ander accent, een ander woordgebruik,” zei Rosco niet voor niets in het interview met Hiphopleeft. Als dit album die wereld weergeeft, is Nijmegen een plek waar de zon zelden schijnt. Nikes levert namelijk stuk voor stuk rauwe en grauwe beats, die met hun diepe bassen en knallende drums een onheilspellend effect hebben. Verder dan deze twee lagen gaat de producer, overduidelijk eentje van de oude stempel, slechts sporadisch. Dat klinkt op papier allicht wat saai, maar niets is minder waar. Neem bijvoorbeeld een track als De Reunie, waar de kletterende drums zo effectief de speakers uitknallen dat de luisteraar automatisch meebeweegt en de geringe gelaagdheid geen seconde opvalt.
Inhoudelijk is er zoals gezegd veel aandacht voor Nijmegen, en natuurlijk ook voor de kwaliteiten van de rappers in kwestie. Op het bovengenoemde De Reunie rapt Rosco niet voor niets: “Ik voel me goed in de rimboe, als Chief Rocka//Me hele stam vindt me toppa.” Het gaat niet om de woorden – regels van dergelijke strekking kan elke modale MC verzinnen – maar om de manier waarop ze worden gerapt. Rosco heeft ongelofelijk veel souplesse en stijl, waardoor hij er mee wegkomt om een enorme nadruk te leggen op de woorden ‘rocka’ en ‘toppa’ en daar extra lang bij stil te staan. Verder klinkt hij lekker achteloos, terwijl hij de luisteraar toch elke seconde bij de les houdt: een combinatie die weinigen gegeven is.
Rapper Nosa springt een stuk minder in het oog, maar is daarmee niet minder essentieel. Rosco’s talent zorgt ook voor een bepaalde mate van ontoegankelijkheid, en als hij op zijn maximum zit, komt de rustige Nosa om de hoek kijken voor de broodnodige variatie, al biedt hij inhoudelijk meer van hetzelfde. Een andere overeenkomst is het accent van de heren, wat moeilijker is om je overheen te zetten als luisteraar. Waar de inhoud snel wegvalt tegen het enthousiaste rappen, de stuiterende beats en de stijl van beide MC’s, is het accent een onderdeel dat relatief veel gewenningstijd vergt; maar ook dat klinkt op den duur vrijwel geheel vertrouwd en bovendien uniek.
Dikke producties, een unieke sound en origineel klinkende raps – het klinkt als de blauwdruk van een klassieker. Toch heeft Nijmeegse Modo beperkingen. Na het leuke Nachtwakers, de samenwerking met Rico en Sticks, gooit Zo Moeilijk het vrij plotseling over een andere boeg. Nosa vertelt zijn persoonlijke verhaal op 1977, een nummer dat ondanks de toepasselijk serieuze instrumentatie en ernst van de raps toch niet natuurlijk aanvoelt. Hetzelfde geldt voor Naomi, waar Rosco duidelijk maakt dat hij niet alleen maar de man van brag & boast is: “Dit is voor al die lieve mensen, die denken dat ik geen gevoel heb.” Helaas gaat Rosco’s gevoel met betrekking tot de relatie die hij bespreekt (uit het perspectief van Naomi, zijn ex-vriendin) voornamelijk over seks, en dat brengt hij ook nog eens op een weinig poëtische manier naar voren: “De seks is te gek, heet//Lekker, soms wreed. (…) Weet je nog? Vier jaar geleden, waar we het allemaal deden?//Als we de kans kregen//We leken wel een echtpaar wilde leeuwen palen tijdens paringstijd//Of als een keigeile hare majesteit, die paalt met Hans Teeuwen.”
Het zijn teksten die de luisteraar aan het lachen brengen noch ontroeren, terwijl de intentie ook niet geheel duidelijk is. Vast staat dat de desbetreffende tracks als serieuze onderbrekingen dienen, maar helaas maken deze tracks duidelijk dat het uiten van de persoonlijke kant de MC’s toch niet goed af gaat. Als even later de draad weer opgepakt wordt en met name met de clip Controle weer een heerlijk rauw hiphopnummer wordt afgeleverd, onderstreept Zo Moeilijk zelf waar haar kracht ligt: bij dergelijke donkere en minimalistische boombaphiphop die zowel dreiging als kracht uitademt. Niet dat vasthouden aan dat voorschrift steevast goede muziek oplevert, zo klinkt Tjek Me wat flets en voegt Roffe Rockers wel erg weinig toe aan het voorafgaande, maar over het algemeen is die muziek wat de groep bijzonder maakt. Niet te complex, niet te gelaagd, niet te maatschappelijk betrokken, nee, simpelweg een harde drum, een dikke bas en rappen maar. Zo doen ze dat in Nijmegen.
Bron:
Hiphopleeft