In de eerste helft van de jaren '80 heb ik enkele malen in de dorpsfonotheek met dit album in handen gestaan, twijfelend of ik mijn kostbare gulden leengeld aan deze of een andere plaat zou uitgeven. Steeds kreeg Dregs of the Earth het nadeel van de twijfel, al vond ik de hoes prachtig; was bang dat het niet heavy genoeg zou zijn. En nu, april 2025, was het dan eindelijk zover.
Ik beluister 'm zowel met de oren van mijn circa zeventienjarige zelf als die van nu. Na drie platen voor Capricorn verscheen deze bij het grotere Arista, met als actueel voordeel dat ie in tegenstelling tot de voorgangers wél op mijn streamingplatform staat. Alle muziek werd wederom geschreven door gitarist Steve Morse, die het album ook produceerde. Nieuw is toetsenist Terry Lavitz.
Ook hun vierde album was volledig instrumentaal. Opener Road Expense rockt stevig in de lijn van Take It off the Top van What If van twee jaar eerder. Zowel mijn zeventienjarige als mijn huidige ik vinden het aangenaam. Ik-als-tiener was minder blij geweest met het snelle Pride o' the Farm, want country. Inmiddels vind ik het wel aardig, maar op hun vorige albums heb ik dit weleens pakkender gehoord. Hetzelfde geldt voor de fusionrock van Twiggs Approved en het ingetogener Hereafter dat kant 1 afsluit.
Waar ik als zeventienjarige wél vrolijk van was geworden was de opener van kant 2, The Great Spectacular, oorspronkelijk het titelnummer van hun in eigen beheer uitgegeven debuut, dat in een piepkleine oplage verscheen buiten de gangbare distributiekanalen, in de jaren '90 alsnog voor een groter publiek verkrijgbaar.
Daarna bekruipt me opnieuw het gevoel dat ik de composities van Morse wel eens pakkender vond: de topmusici kunnen niet verhelpen dat het midtempo en swingende Broad Street Strut en het lange I'm Freaking Out (ondanks het fraaie vioolspel van Allen Sloan, hier tot Sloanov omgedoopt) nergens verrassen zoals op de voorgangers gebeurde. Het akoestische kleinood voor gitaar en viool Old World sluit de plaat fraai af.
Vermoedelijk had mijn zeventienjarige ik lichtelijk teleurgesteld plek gemaakt op een cassettebandje voor de openers van beide plaatkanten en het slotlied. [i]Dregs of the ] is met de oren van nu echter een knap album, zij het dat het sprankelende van de vorige langspelers te vaak ontbreekt én met minder plek voor toetsensolo's. De hoes blijft aantrekkelijk.