Phaedra was (ook) voor mij het eerste album dat ik van deze band leerde kennen (samen met
Rubycon op een BASF-C90-bandje). Anno 2019 draai ik dit na
Zeit en na alle ambient die in de decennia daarna is verschenen, maar in 1976 was dit toch wel even wat anders, zelfs toen ik al dingen als
Dark side of the moon gehoord had. Dat
Phaedra niet meer zo heftig als toen binnenkomt betekent niet dat het geen impact meer heeft, want dit is nog altijd muziek die ik niet opzet wanneer mijn schoonouders op bezoek komen. Belangrijker is echter dat de ritmische pulsen enorm opzwepend werken, dat de melodieën die her en der voorbij komen zweven steeds betoveren, en dat de warmte en de volheid van het geluid bedwelmend zijn – "Eindelijk hadden ze goede instrumenten in handen, heb altijd gedacht dat ze op afgedankte spullen speelde[n]" schreef
Gerards Dream op 12-8-2007, nou, zover zou ik niet willen gaan, want ook op eerdere platen heb ik nooit over het geluid te klagen gehad, maar de bijna sensuele gloed die over de sound van deze plaat hangt is toch wel van een andere orde. Als oude progger heeft elk album met een prominente mellotron al een streepje voor, maar ook los daarvan is niet alleen elk nummer maar ook elk onderdeel van elke
soundscape continu en zonder inzakken de moeite waard – hoewel
Sequent "C" qua lengte meer iets heeft van een wegwerptrackje, vertelt zelfs dàt binnen zijn beperkte tijdsspanne toch een heel verhaal.
Zeit is misschien abstracter en duikt dieper, maar
Phaedra houdt mijn aandacht van de eerste tot de laatste seconde vast en dompelt me onder in een warm bad, en in feite klinkt het nog even nieuw en onbekend en spannend als indertijd op mijn zolderkamertje.