The Power and the Glory is alweer het zesde album van deze eigenzinnige Britse progressievelingen. Na het verbluffende In A Glass House en met de kennis in het achterhoofd dat tot nu toe alle albums van de band mij behoorlijk goed zijn bevallen (kijk naar de scores), begon ik aan dit album met torenhoge verwachtingen. Heeft Gentle Giant de verwachtingen in weten te lossen, of maakt de band hier haar eerste slippertje?
Het antwoord op die vraag is tweeledig, want ik moet zeggen dat ik behoorlijke mixed-feelings heb met betrekking tot dit album. Het is lastig om bij complexe muziek als deze uit te leggen waarom je iets beter of minder vind dan iets anders, maar ik ga het proberen duidelijk te maken. Enerzijds staan hier weer een paar composities op om je vingers bij af te likken, maar anderzijds speelt bij dit album het euvel op waar Gentle Giant op andere albums ook al last van had: zó ontzettend perfect en vernuftig spelen dat ik soms de emotie mis. Ik zal het uitleggen, beginnende met enkele kritische noten, waarna vervolgens mijn lofzang zal volgen.
The Power and the Glory weet me niet te overtuigen zoals Three Friends en In A Glass House dat wel wisten te doen. Gevoelsmatig zit er in laatstgenoemde twee albums veel meer gevoel, beleving en spelplezier. The Power and the Glory voelt over hele linie zeer consistent, intelligent en enorm vernuftig aan, maar ik mis de spelbeleving, plezier en emotie die wel bij andere Gentle Giant albums aanwezig is.
Daarnaast heb ik bij The Power and the Glory nog meer het idee alsof de composities veel van elkaar afhangen. Wat ik daarmee bedoel te zeggen is dat dit album vooral als geheel erg sterk is. Andere Gentle Giant albums hebben dit ook (Octopus en Three Friends voornamelijk), maar bij The Power and the Glory is dit in een dergelijke mate aanwezig dat ik het zie als een kritiekpuntje. Natuurlijk zijn er een aantal sterke, op zichzelf staande, composities (Proclamation, Aspirations, Playing the Game, No God's a Man), maar dat neemt niet weg dat dit album haar kracht vooral haalt uit de samenhang en de synergie tussen de nummers.
Dit waren slechts marginale kritiekpuntjes voor een verder behoorlijk goed album. The Power and the Glory zit wederom boordevol moeilijke muzikale magie (om maar een alliteratie te gebruiken), wat door de band op een catchy en toegankelijke manier gebracht wordt, in dit geval verhuld in een interessant concept over wat politieke macht kan doen met een individu. Naar mijns inzien is dit ook de grote kracht van Gentle Giant: een scala aan muzikale genres, maatsoorten, akkoorden, en noem het allemaal maar op, weten te verpakken in een product dat toch uitnodigend en catchy klinkt, in plaats van té lastig en afstotend voor de luisteraar. Alles klinkt uitermate verzorgd en doordacht, de melodieën zijn (zoals gewoonlijk) buitengewoon creatief, uniek en pakkend en de composities werken uitstekend als samenhangend geheel.
The Power and the Glory zou ik niet willen betitelen als een meesterwerk, gezien het feit dat het album wat mij betreft een stuk bezieling mist, alsmede het feit dat het compositioneel iets minder spannend en goed is dan bijvoorbeeld Three Friends en In A Glass House. Dat bedoel ik relatief, want wie The Power and the Glory objectief en zonder vergelijkingen beoordeeld zal tot de conclusie komen dat de briljantie en het muzikale vakmanschap van deze plaat afdruipt. Ik kan echter niet anders dan concluderen dat ik deze plaat gewoonweg een tikkeltje minder overdonderend, ontroerend en overtuigend vind dan andere platen uit het oeuvre van de band. Vier sterren lijken me dan ook zeer op zijn plaats voor een beresterke plaat, die een tikje minder is dan haar voorgangers, maar alsnog zorgt voor een kleine veertig minuten genieten.
Stand:
1. In A Glass House - 5*
2. Three Friends - 5*
3. Acquiring the Taste - 4,5*
4. Octopus - 4,5*
5. Gentle Giant - 4,5*
6. The Power and the Glory - 4*