Dit blijft voor mij zonder enige twijfel de beste van Marillion onder Fish. SFAJT is eigenlijk nooit goed tot mij doorgedrongen en echt geweldig vind ik hem niet. Om maar niet te spreken over de rest.
Deze echter, blijft me iedere keer weer verbazen. Pseudo Silk Kimono is een geweldige intro, die je in een mysterieuze sfeer brengt, die mijns inziens zo typisch bij Marillion hoort.
Ik heb vorig jaar ze voor het eerst mogen aanschouwen in Tilburg, het was weliswaar Steve Hogarth die daar stond te zingen, maar de sfeer die ze uitstraalden deed me echt aan deze plaat denken. Hun commercieel meest succesvolle overigens.
En dat komt door het tweede nummer, Kayleigh, dat hun enige echt grote single was. En het nummer blijft gewoon prachtig. Het mooie eraan vind ik dat het een van de weinige nummers is, die zowel op het album perfect past, als die los ook erg mooi zijn. Het nummer vloeit over vanuit Pseudo Silk Kimono, waardoor je zou zeggen dat ze eigenlijk samen geluisterd moeten worden, maar niets is minder waar. Op zichzelf is het, weliswaar op een andere manier, ook erg prachtig.
Ook aan het einde van Kayleigh gaat het album gewoon door, het nummer vloeit door in Lavender, dat ik beschouw als het meest geëmotioneerde nummer op het album. De uithalen van Fish zijn in deze geweldig en overdonderen me.
Zonder dat ik het merk ben ik dan alweer bij het volgende nummer, namelijk Bitter Suite, waarvan ik me afvraag of dit nou een dubbelzinnigheid is of niet (bittersweet?). Het nummer grijpt weer terug naar de sfeer die op Psuedo Silk Kimono zo prachtig was. Het mysterieuze komt terug en nu besef ik me eigenlijk pas dat die op Lavender compleet was verdwenen. Zo subtiel.
Heart Of Lothian bouwt hierin langzaam maar zeker naar de climax toe. Het begint rustig en bouwt voort op Bitter Suite. Prachtige, rustige pianopartijen die geheel in het teken staan van Fish' zang. Diezelfde piano echter is het begin van een omslag. Het wordt allemaal 'harder' en agressiever. Om vervolgens als een nachtkaars uit te gaan. Tot zover kant A. En die is veelbelovend...
Kant B begint met Waterhole en meteen wordt mij duidelijk dat we nu op een iets minder dromerig station zijn aangekomen. Het venijn vliegt je om de oren en ik moet bekennen dat ik het veel minder vind dan het voorgaande. De stem van Fish vind ik er niet bij passen.
Dit is ook het probleem bij bijvoorbeeld Blind Curve. De sfeer die het uitstraald, bouwt mijns inziens logisch voort op wat er op kant A is gebeurd. En toch weet het me minder te boeien. Het heeft allemaal te lang nodig, het raakt me niet. Niet op de manier die op kant A zo typisch is. Als er dan ook nog samenzang over je heen komt (Oh... I can’t take any more), is het voor mij gebeurd. Dit is écht minder.
Kan Childhoods End dan nog iets goedmaken? Ja en nee. Ja, het geeft je weer een beetje van de sfeer uit de eerste nummers terug en weet echt emotie over te brengen. Nee, het nummer is, zoals jkbb al zei, poppy. En dat staat me tegen. Het is zeker niet slecht en de gitaarsolo is prachtig, maar nee, het haalt niet het hoge niveau van kant A
White Feather weet me dan wél weer compleet te boeien. Het nummer heet kracht, snelheid en komt fris op me over. Een nummer dat je niet als aflsluiter zou verwachten. Nog één keer trekt Marillion hier alle registers open om tot een prachtig episch slot te komen.
Ja, jammer van het begin van kant B, dat haalt de score tamelijk omlaag. Kant A is gewoon dubbel en dwars de volle mep waard, maar kant B niet.
4,0*
Nee, 4,5*, we zijn in een goede bui
