‘Hij is blond als Brigitte Bardot en wild als Brian Robertson,’ kondigde frontman Phil Lynott trots de komst van nieuwe gitarist John Sykes aan, zo las ik in Oor. Ik hoorde
Cold Sweat op de radio en werd omvergeblazen. De energie die Sykes bij Tygers of Pan Tang had neergezet, was naar
Thunder and Lightning verhuisd. Het werd het favoriete album van mijn examenjaar. Na twee plaatkanten bleef ik verbaasd zitten: wát een goede songs en daarbij niet één langzaam nummer! Zelfs het ingetogener
The Sun Goes Down is nog vlotjes. En de gitaarsolo's... fan-tas-tisch! Vervolgens snel opstaan en de plaat nóg een keer opzetten. En nóg een keer. En... Daarbij is de productie van Chris Tsangarides ijzersterk, zo goed kende ik slechts de platen die Martin Birch produceerde.
Toen Sykes bij de band verscheen, waren bijna alle nummers al geschreven. Zijn eerste ontmoeting met Lynott leverde bovendien
Cold Sweat op, met die ijzersterke riff van de gitarist.
De A-kant van de elpee was sterk, met
This is The One en
The Holy War als mijn grootste favorieten, maar geleidelijk werd de B-kant mijn favoriete. Behalve de single staat daar namelijk het van vreemde akkoorden voorziene
Someday She is Going to Hit Back, het alleen door Lynott neergepende
Baby Please Don’t Go en het met toetsenist Dennis Wharton en gitarist Scott Gorham geschreven
Heart Attack op. Gaan die twee laatste nummers over Lynotts gestrande huwelijk?
De teksten vond ik ook indrukwekkend:
The Holy War met zijn Bijbelse verwijzingen,
Cold Sweat over een gokker en waar ging
The Sun Goes Down over? Drugsgebruik, begreep ik op een gegeven moment.
Ik mocht dit een prachtalbum vinden, het was ook bekend dat de tour erbij hun laatste zou worden. Later zou ik lezen in ‘Philip Lynott: The Rocker’ (1994) van Mark Putterford wat de voorgeschiedenis was. Gorham en Lynott waren in toenemende mate verslaafd aan heroïne. Dit leidde er bij de eerste toe dat hij door uitputting de laatste drie shows van de Renegade Tour had gemist (de band speelde als kwartet) en de tweede leed aan verergerde astma.
De trouwe manager Chris O’Donnell kon dit verval niet meer aanzien en maakte zich los van de groep. Hetzelfde deed gitarist Snowy White, die in zijn laatste jaar bij de band nauwelijks meer met Lynott sprak, ook niet tijdens de tournee voor Renegade: als White uit bed naar de ontbijtzaal liep, kwam Lynott nogal eens het hotel binnenstommelen. Compleet verschillende instellingen.
Financieel ging het eveneens niet goed: de laatste twee albums hadden slecht verkocht en de livereputatie werd minder door de ingetogen presentaties van White en Gorham. Een wildeman als Brian Robertson werd node gemist, de verkoop van concertkaarten werd minder.
Lynott wilde Thin Lizzy beëindigen. Een plan werd gesmeed: nog één keer cashen, verkoop de tournee als afscheid, dat zal de inkomsten én de plaat goed doen.
De komst van John Sykes veranderde alles. De gitarist, die al een aanbod van Ozzy Osbourne had liggen, werd door Tsangarides aan Lynott gekoppeld. Het klikte enorm tussen de twee. De gitarist speelde nog vóór
Thunder and Lightning mee in de soloband van Lynott en omgekeerd is Lynott te horen op Sykes’ solosingle, zoals
dit tv-optreden laat zien. Op het podium barstte de snarenracer van de energie, daarmee band en publiek opzwepend.
Onzichtbaar voor mij was de invloed van Wharton: hij was met Lynott nummers gaan schrijven en deze behoren tot de beste van het album. De jazzakkoorden in
Someday zijn dan ook van hem afkomstig. Het leidt tot een heel bijzonder gitaarduel, want ook Gorham spettert op de plaat, net als drummer Brian Downey die ook in deze zwaardere stijl excelleert.
De hoes was nogal cliché, al vond ik 'm mooi: vaste hoestekenaar Jim Fitzpatrick had al een tekening klaarliggen, maar de platenmaatschappij ging liever voor iets goedkopers.
Dit is nog altijd mijn favoriete Lizzy, al dacht menig oudere fan daar anders over. Zij vonden het te metal, ik was juist blij dat de band meeging met zijn tijd.
Onverwachte bonus was dat in datzelfde jaar Snowy White een sterk solodebuut uitbracht. Sterker nog, in maart 1984 werd single
Bird of Paradise, #7 in Nederland en het bijbehorende album
White Flames haalde in diezelfde maand dezelfde positie. De single klonk als een ingetogen lied van Thin Lizzy. Ondanks alle misère waren het goede tijden voor de fans van de groep.