Holy Ghost... Albert Ayler...
CD1 track 1/3
Personnel: Herbert Katz (guitar), Albert Ayler (tenor saxophone), Teuvo Suojärvi (piano), Heikki Annala (bass), Martti Äijänen (drums).
June 30, 1962
Helsinki, Finland
De eerste opnames op de plaat waren opnames die Ayler in Finland maakte. Hij was vertrokken naar Scandinavië omdat hij wist dat een nieuw geluid daar makkelijker geaccepteerd werd. Scandinavië was op dat moment een walhalla voor freejazz artiesten. Denk bijvoorbeeld aan de concerten van Cecil Taylor en Ornette Coleman in Kopenhagen en Stockholm. Ayler was nog een grote onbekende, en dan vooral in de VS. Hij speelt hier met een Finse band van Herbert Katz, een Fins gitarist. Er worden drie standards gespeeld, hetgeen zeldzaam is in Ayler's oeuvre. De band rond Ayler is ronduit saai en uitgekauwd maar wat is het fascinerend om Ayler te horen. Zijn spel steekt nog behoorlijk in de traditie maar je hoort dat hij iets wil. Hij zit wat te friemelen, wat te rommelen en je hoort dat deze man verandering gaat brengen en zich eigenlijk niet in de band thuisvoelt. Ayler beschikt al over die gigantische vibrato en elke Ayler leek zou hem toch al meteen herkennen. Historische opnamen!
CD1 track 5
Cecil Taylor (piano), Jimmy Lyons (alto saxophone), Albert Ayler (tenor saxophone), Sunny Murray (drums)
November 16, 1962
Copenhagen, Denmark
Het is iedereen wel bekend dat Taylor ook besloot naar Scandinavië af te reizen omdat freejazz daar nou eenmaal meer begrip kreeg. Het klinkt als een droom: twee van de meest extreme avant-gardisten die de koppen bij elkaar steken om dat publiek eens op z'n donder te geven. En dat is exact wat er hier gebeurt. Het nummer heet Four (niet te verwarren met de klassieke jazz-standard). Het werd gecomponeerd door Taylor en dat is duidelijk te horen. Het begint met een ijzingwekkende solo van Taylor. Z'n spel is één grote krachtbundel die het bloed naar je hoofd doet stijgen. Hoe kon iemand zoveel orde in chaos scheppen. Het klinkt allemaal zo logisch wat hij speelt maar hij laat werkelijk elke regel uit de muziek los. Dan valt Jimmy Lyons in. Wat ben ik blij dat Taylor ooit koos voor Lyons. Jimmy Lyons maakt gebruik van het hele bebop alfabet en combineert dat op wonderlijke wijze met avant-gardistische trekjes. Het lijkt bijna of Charlie Parker nog een stukje kwam spelen met Cecil. Wat een inzicht in muziek had Lyons zeg! En dan die solo van Ayler! Alsof hij al jaren speelde in deze groep. Diepe intense solo's die prachtig samenkleuren met Taylor's extreme spel. Als een drijvende machine stuwen ze maar voort. Je hoort hier eigenlijk al dat een latere wederontmoeting tussen Sunny Murray en Ayler onvermijdelijk is!
CD1 track 6/8 en CD2 1/3
Albert Ayler (tenor saxophone), Gary Peacock (bass), Sunny Murray (drums)
June 14, 1964
Cellar Café, New York City
We zijn inmiddels 2 jaar verder en Ayler speelt hier al met het trio waarmee ongeveer een maand later geschiedenis zou schrijven. Dit is dan ook al Ayler zoals we hem kennen. Twee takes zijn niet compleet, maar echt heel storend is dat niet. De muziek volstaat gewoon. CD2 gaat van start met een echte Ayler klassieker. The Wizard is een typische Ayler melodie. Ayler blijft me boeien met die schreeuwende improvisaties. De man lijkt wel in trance te verkeren. Vooral in trio-formaat zoals hier lijkt hij volledige vrijheid te hebben, maar z'n spel klinkt nooit als wat gerotzooi. Dit trio zou later geschiedenis schrijven en deze opnames moeten toen al veelbelovend hebben geklonken. Hier gebeurt iets. Iets nieuws. Deze muziek werd alleen op dit moment gespeeld en het zal nooit meer gespeeld worden. Albert Ayler speelde met het dikste plastic riet dat er was. Dat leverde hem dat schitterende geluid op. Z'n spel is zo intens. Zet deze muziek maar eens op met de koptelefoon. Het is alsof hij naast je staat, zijn melodieën schallend door het universum. Hij speelt in vrije lijnen en harmonieën. Hij speelt precies dat wat hij op dat moment voelt. Dat is wat er uitkomt. Hij staat in brand, en zijn vurige spel lijkt zich volledig te kunnen verenigen met dat van Gary Peacock en Sunny Murray. Het klinkt als een symfonie. Murray speelt niet meer alleen vaste ritmes maar wordt een onderdeel van muziek, een onderdeel van de machine. De melodieën zijn vaak gebaseerd op oude volksmelodieën. Ayler was niet bang een legermars te vermengen met avant-garde. Speel het thema van 'Spirits' af in de kerk en de pastoor zou niet raar opkijken

.
CD2 Track 4/10
Add Don Cherry
Dan voegt Don Cherry zich bij de groep in Café Montremarte in Copenhagen. De samenwerking klinkt eigenlijk al logisch en er is inderdaad sprake van chemie tussen de mannen. Ze voelen elkaar precies aan en beperken elkaar helemaal niet. Cherry beschikt over een wat zachtere toon dan Ayler's broer Don Ayler, en lijkt zijn solo's iets nauwkeuriger uit te stippelen en het klinkt allemaal wat doordachter. Luister eens naar Ayler op de achtergrond op 'Spirits' cd2 bij 7:55. Díe intensiteit bedoel ik dus! 'Vibrations' zou ik qua compositie eerder aan Cherry toe schrijven. Hij lijkt hier ook helemaal op z’n gemak en zijn muziek lijkt uit z'n trompet te glijden. Ook Cherry was een man van gevoel en emotie. Die prachtige vibrato's en die enorme spirituele intensiteit die hij bereikt in de hoge registers. Kippevel! Dan is daar ook nog Gary Peacock. Ook hij zag het ligt en ook hij staat als een huis in deze band. Hij laat geen steek vallen en de man is wel zó vrij dat hij een band opzich lijkt te zijn. Maar het is niet wat blind raggen, maar het lijkt een structuur te bevatten. Hierdoor zwakt je aandacht ook niet af. Het klinkt niet als die voortkabbelende rivier. Wat een prestatie zette deze groep hier neer. Wederom historisch!
Cd2 track 11
Personnel: Burton Greene (piano), Albert Ayler (tenor saxophone), Frank Smith (tenor saxophone), Steve Tintweiss (bass), Rashied Ali (drums)
Dan volgt nummer elf. Het is één opname van het Burton Greene Quintet. Burton Greene was voor mij een onbekende en echt interessant vind ik hem nog steeds niet. Z'n spel is als hij speelt sowieso amper te horen, doordat het een live-opname is waar de piano niet goed is versterkt, maar wat er te horen valt van hem maakt niet veel indruk. Soms stopt hij met spelen en bassist Steve Tintweiss is niet te horen. Kortom: een duet tussen Albert Ayler en Rashied Ali! Ben ik hier nou getuige van de vroege voorloper van 'Interstellar Space'? Het is in ieder geval fantastisch om te horen en dan reist direct de vraag, waarom heeft Ayler niet vaker in duet met een drummer gespeeld? Zijn manier van spelen leent zich er uitstekend voor. Het klinkt als een soort van spiritueel duel tussen Ayler en Ali die elkaar in trance brengen en zich steeds dieper in de muziek storten. Ali speelt al vergelijkbaar als op de opnames met Trane maar lijkt hier toch ritmischer en gecontroleerder. Dan valt Frank Smith in. Voor mij klinkt hij toch vooral als een valse kopie van Ayler. Het ontbreekt hem nogal aan creativiteit en ook dat intense waar Ayler wel in slaagde. Ondanks de tegenvallende Greene en Smith zijn dit voor mij de meest verassende opnames. Het is een duel tussen Albert Ayler en Rashied Ali waarin niemand wint. Essentieel werk!
CD3
Albert Ayler (tenor saxophone), Don Ayler (trumpet), Michel Samson (violin), Mutawef Shaheed (bass), Ronald Shannon Jackson (drums)
1966
Op cd 3 is de band te horen waar Albert Ayler lange tijd mee heeft getourd en gespeeld. Dit is eigenlijk mijn favoriete formatie van Ayler (dan heb ik het over de groep met Don Ayler en Michael Sampson). Zijn broer Don Ayler voegde zich bij zijn broer omdat hij exact hetzelfde voelde en dacht als Albert. Hij leerde razendsnel trompetspelen en ontwikkelde binnen 2 jaar een volledig eigen stijl die hem zo bekend maakte. Zijn spel is veel harder en extremer dan dat van Don Cherry, en hij maakt weinig afwisseling in zijn timing. Don Ayler is één van mijn grote favorieten. Zoals hij snoeihard alles uit zijn trompet haalt en chaotisch doordendert... Fantastisch!!! Zijn spel past precies bij dat van zijn broer. Het bevat ook diezelfde bezieling en spiritualiteit. Hij lijkt nooit eens na te denken over zijn spel, maar alles aan emotie over te laten. Het mooiste is zijn gigantische vibrato op een trompet. Nooit eerder hoorde ik er zo een. Zijn broer is zijn evenbeeld op tenor. Hun spel lijkt in zekere zin ook verwant te zijn. Don Ayler geeft je gewoon het gevoel dat hij helemaal thuis was in deze muziek. En dat is prachtig om te horen.
Het tweede dat opvalt in deze formatie is de Nederlandse violist Michel Samson. Viool was een instrument dat niet vaak voorkwam in jazz. Tot dan toe maar drie echte grootheden op viool: Stéphane Graphelli en Stuff Smith. De keuze voor Samson is dan ook op z'n minst opmerkelijk, maar zeker geen foute. Hij genoot een klassieke opleiding en maakt daar soms nog steeds gebruik van. Freejazz en klassiek... Wow! Samson wist zich duidelijk vinden in 'the new thing' van Ayler en is absoluut een toegevoegde waarde aan de band. Ook Samson moest duidelijk niks hebben van akkoorden en virtuositeit. Ook hij speelde alleen met z'n gevoel. De viool past fantastisch bij het traditionele geluid van Ayler's composities, die vaak klinken als oude volksmuziek. In z'n solo's klinkt Sampson nooit volledig chaotisch maar heel verkennend, zonder door te slaan. Het is niet wat simpel gepluk, maar doordachte improvisatie en z'n timing is uitstekend. Soms zijn er ook stukken klassiek te horen, hetgeen getuigt van een gigantische creativiteit. Ook Sampson was een uitstekende keuze van Ayler.
Het mooie van deze opnames is het totaal unieke van het moment waarop het gespeeld werd. Daardoor kan je plotseling getuige zijn van een uitputtend duel tussen Ronald Shannon Jackson en Don Ayler, of het plotseling inzetten van een nieuwe compositie midden in zo'n spirituele solo. Bassist Mutawef Saheed is niet bijzonder, maar voldoet wel. Drummer Ronald Shannon Jackson is echter uitstekend en ik vind het echt verassend dat er niet veel meer van deze man is te vinden. Zoals ik al eerder zei, is dit mijn favoriete formatie. De Ayler broertjes beschikten over hetzelfde inzicht, zet daar een innovatief violist bij en er komt onvoorstelbaar goede muziek als resultaat. Die rustige volksmelodieën, gevolgd door diepe intense solo's... Hypnotiserend!
CD 4
Albert Ayler (tenor saxophone), Don Ayler (trumpet), Frank Wright (tenor saxophone), Michel Samson (violin), Mutawef Shaheed (bass), Ronald Shannon Jackson (drums)
CD 5
Albert Ayler (tenor saxophone), Don Ayler (trumpet), Michel Samson (violin), Bill Folwell (bass), Beaver Harris (drums)
Dan mogen we nog twee cd's beluisteren van de formatie Ayler/Ayler/Samson. Albert was naar mijn mening tijdens deze periode op z'n hoogtepunt. Het was ook in deze tijd dat de opnames in Greenwich Village werden opgenomen. Zijn intensiteit bereikt hier z'n hoogtepunt en zijn broer Don Ayler heeft ook helemaal zijn draai gevonden. Deze opnames zijn heilig voor mij. Als ik hier naar luister beland ik in een andere wereld. En dan vooral met de volumeknop op max in het donker met een koptelefoon op.
Op de opnames van CD4 is ook Frank Wright te horen. Wright is een zeer onderschat saxofonist met de typische jaren '60 freejazz 'message'. Ook Frank Wright was een man van spiritualiteit en een man die weigerde ook maar iets van muzikale regels te volgen. Ook zijn spel is zéér intens en hij past uitstekend in de groep. Hij is af en toe wel wat moeilijk te horen. Aanrader: Unity. Daarop speelt hij met nog zo'n onderschat figuur uit de sixties: Bobby Few. Op CD 4 staat ook voor het eerst in deze set het nummer: 'Truth Is Marching In'. Dit is mijn favoriete Ayler-compositie vanwege die prachtige opbouw. Het begint met een prachtige melodielijn die Ayler en zijn broer met veel vibrato prachtig verwoorden, begeleid door zacht vioolgeroezemoes van Michel Samson. Dan barst er plotseling een statige mars uit die dan vervolgens uitloopt op een diep intens duel tussen de Ayler-broeders. Het is dit type spel dat mijn aandacht trok toen ik Ayler voor het eerst hoorde. (Dat waren de Greenwich Village opnames)
CD6 track 1/3
Albert Ayler (tenor saxophone, soprano sax [track 3], alto sax [track 3], vocals [track 2]), Don Ayler (trumpet), Michel Samson (violin), Bill Folwell (bass), Milford Graves (drums)
CD 6 dan maar... Misschien zijn de eerste 3 nummers wel de mooiste opnames op de set? Weer Ayler/Ayler/Samson. Dit keer met een fantastische Milford Graves op drums. Het gaat wederom van start met de klassieker 'Truth Is Marching In' en weer laat het nummer m'n hoofd tollen van verbijstering. Het loopt over in nog zo'n prachtige compositie 'Omega'. Daarna volgt het traditionele 'Japan'. Ayler stond bekend om zijn fascinatie voor andere culturen en religies, maar dit nummer is best verassend te horen in zijn oeuvre. Het oosterse nummer gaat echter prachtig samen met het emotionele gejank van Ayler's sax en zang. Ayler is geen groot zanger, maar het zijn dan ook meer kreten uit spiritualiteit. Fantastisch om te horen. Jazz kreeg hier zo'n andere wending en betekenis. Het loopt over in 'Universal Indians'. Die titel zegt geloof ik al genoeg. 'Our Prayer' is een compositie van Don Ayler. Hij speelt dan ook één van de meest intense solo's die ik hem ooit hoorde spelen. Laag beginnend swiept hij steeds verder naar het hoge register. Ayler speelt hier ook op Alt. Hetgeen een risico kan zijn, omdat het ook kan resulteren in wat irritant hoog gejank, maar Ayler's spel blijft herkenbaar. Zijn snelheid is hier ongeëvenaard en soms doet hij qua toon wat denken aan Eric Dolphy. Zijn geluid klinkt erg zangerig. Gospel eigenlijk. Ook op sopraan lijkt Ayler niks fout te kunnen doen. Wederom fantastisch!
CD6 track 4
Omit Samson and Folwell. Add Richard Davis (bass)
RECORDED AT THE FUNERAL OF JOHN COLTRANE in St. Peter's Lutheran Church. 21st of July 1967
Dit was het eerste nummer dat ik opzette toen ik deze set in handen kreeg. Een opname op de begrafenis van de grote profeet John Coltrane. Wat je te horen krijgt gaat alles te boven. Ayler was goed bevriend met Trane. Het begint allemaal met typisch Ayler-spel maar dan opeens begint Ayler te schreeuwen. Het is pure emotie, alsof iemand z'n leven instort en volledig doordraait. Door merg en been gaat het. En dan het idee dat wat je hoort op het moment werd gespeeld dat Trane daar in een kist lag, omgeven door jazz-legendes? Een huilende Alice? Kippevel!
CD6 track 5
Pharoah Sanders (tenor saxophone), Chris Capers (trumpet), Unknown (alto saxophone), Albert Ayler (tenor saxophone), Unknown (tenor saxophone), Dave Burrell (piano), Sirone (bass), Roger Blank (drums)
Dan is daar de opname met Pharoah Sanders. Het deuntje van 'Venus' is ronduit irritant en drummer Roger Blank lijkt wel een klein kind achter een drumstel. Hij kan geen seconde lekker ritme houden. Iets dat bij dit thema essentieel is. Hij maakt ook geen deel uit van de muziek zelf zoals Rashied Ali, Sunny Murray of Beaver Harris. Maar dan volgt er een lange solo van Pharoah Sanders die alles weer goedmaakt. Die schitterende overblow die nooit helemaal zuiver is zoals bij Barbieri maar gewoon een uitbarsting van gevoel is. Lekker tegen de randen van de sax aanblazen. Wat een inspiratie zeg. Ik kan dagenlang oefenen maar zo'n geluid zal ik nooit eruit krijgen. Sanders klinkt ook nog zo lekker jong, zonder expertise en technische blabla maar gewoon een muzikant die enthousiast is geraakt door de nieuwe richting van jazz en zich gewoon laat meeslepen. Verdere uitblinker hier is Dave Burell. Een belangrijk freejazz pianist die nooit de faam van Cecil Taylor heeft verworven maar essentieel was voor het geluid uit de sixties. Zijn begeleiding is vrij en melodieus maar ook strak. Hij gaat zichzelf niet te buiten aan na-aperij van giganten als Taylor maar weet zich te onderscheiden en klinkt zelfverzekerd. Hij weet waar hij mee bezig is. Na Sanders' intense solo lijkt de muziek zich langzaam af te bouwen naar een eind. Sanders blaast nog wat af maar het lijkt afgelopen te zijn. Dan plotseling komt hij tot inkeer en blaast wederom de longen uit z'n lijf. De band versnelt razendsnel en laat zich meeslepen door de grote Pharoah. Dan gooit hij plotseling het thema van Upper/Lower Egypt erin. Een prachtige compositie van Pharoah zelf met een lekkere swingende ritme-sectie. De drummer lijkt ietwat te verbeteren. Dan is daar ALBERT AYLER die het thema overboord gooit en direct een schitterende solo inzet met een hoog intens gegil. Burrell blijft eigenwijs het thema spelen. Waarom werkten deze mannen niet meer aan opnames met elkaar? Ze voelden exact hetzelfde. Trane was the Father, Pharoah the Son and Ayler the Holy Ghost! Een prachtige opname!
CD6 track 6/9 & CD7 track 3/6
Albert Ayler (tenor saxophone, vocal, solo recitation [track 7]), Call Cobbs (piano, Rocksichord), Bill Folwell (electric bass guitar), Bernard Purdie (drums), Mary Parks (vocal, prob. tambourine), Vivian Bostic (vocal) on CD 7: Steve Tintweiss (bass), Allen Blairman (drums)
Ik voeg deze opnames even samen wegens ongeveer dezelfde bezetting. Ayler maakte aan het eind van z'n carriére wederom een nieuwe stap en ging zijn vrije geluid mengen met blues, soul en gospel. Geslaagd? Mmmm, ik weet het niet zo. Op de blues van CD 6 weet hij me volledig te overtuigen omdat hij duidelijk een groot gevoel voor blues heeft. Dat gecombineerd met Aylers uitspattingen op z'n tenor geeft een fantastisch effect. Maar dan volgt 'Thank God For Women' met zijn vriendin Mary Parks op zang. "Waar is ie mee bezig"? is het eerste wat ik denk. Ik vind de muziek ronduit uitgekauwd en vol met cliché's zitten. Het nummer is ronduit verschrikkelijk irritant. Zonde dat Ayler zich hiertoe liet verleiden. Interessant om te horen, meer niet. Z'n spel op tenor bevat ook lang niet meer de intensiteit die het ooit bevatte en beperkt zich alleen nog tot het normale register. Zonde! Maar op de opnames van CD7 gooit hij het toch weer over een andere boeg. Zijn spel is duidelijk verandert, maar hij laat zich niet meer verleiden door irritante melodietjes. Zijn spel is wederom intens en behoorlijk vrij. Sommige nummers bevatten wel rockachtige ritmes, maar Ayler trapt niet in clichés. Vooral nummer 5 is briljant! Hij lijkt weer terug van weggeweest. De opnames werden gemaakt in Frankrijk niet lang voor zijn dood. Het Franse publiek dat hem nog geen 10 jaar geleden uitjoelde, uitschold en van het podium trok schreeuwt het nu uit van genot. Een fantastische afsluiter van deze prachtige box-set!
CD7 Track 1&2
Don Ayler (trumpet), Albert Ayler (alto saxophone), Sam Rivers (tenor saxophone), Richard Johnson (piano), Richard Davis, Ibrahim Wahen (bass), Muhammad Ali (drums)
Deze fantastische opnames zijn uitgebracht op Don Ayler's naam. Het werd steeds moeilijker samenwerken met zijn broer aangezien Don Ayler zich helemaal niet thuis meer voelde in de experimenten met populaire muziek door Albert. Dit is Albert's laatst geregistreerde opname in de U.S.A. De geluidskwaliteit is behoorlijk slecht, maar wat een muziek. Dit doet direct inzien dat ook Albert's broer Donald, een genie was. Het thema van 'Prophet John' is misschien wel één van de beste composities die ik ooit heb gehoord. Wat een aanstekelijke melodie zeg! Het heeft echt iets van heilige muziek. Het toongebruik lijkt wel wat Arabisch. Het is in ieder geval weer het soort muziek dat Ayler bekend en berucht maakte. Drummer Muhammed Ali (broer van Rashied) is trouwens fantastisch! Luister eens naar zijn opnames met Noah Howard en Frank Wright. Zeer energieke drummer. Briljant!
CD8 & 9 bevatten interviews met Ayler en Don Cherry. Fantastisch om te horen hoe Ayler dacht over jazz, musici, religie enzovoort. Zeer de moeite waard te beluisteren!
Ik kocht deze set voor nog geen 75 euro op ebay. Dit monument en 'Holy Grail' voor Ayler-liefhebbers, is één van de mooiste sets die ik ooit heb gezien. Zoals ik al eerder zei bevat het 9 cd's met bijna allemaal nooit eerder uitgebracht materiaal of bootlegs. Als extra's: een brief geschreven door Ayler, een gedroogde bloem, een jeugdfoto, een flyer van Slug's Saloon, waar hij een concert hield. een deel van een exemplaar van het blad The Cricket, dat populair was onder afro-amerikanen in de jaren '60. Een opname van de Army Band waar Ayler in zat. Heel interessant om te horen! Ayler was toen nog onbekend. Dat allemaal in een plastic replica van een prachtig uitgesneden houten doosje.
Maar het belangrijkste (naast de 9 cd's dan) is het fantastische boek van maarliefst 209 pagina's. Er is bijna geen fatsoenlijk boek te krijgen over de man en al helemaal niet zo uitgebreid als deze. Alberts vader Edward werkte ook aan dit project mee. Het hele boek staat vol met nooit eerder uitgebrachte foto's van Ayler. Ondermeer toen hij nog 5 en 10 jaar was, toen hij in het leger zat, in de legerband, in Frankrijk toen hij nog onbekend was en prachtige foto's van concerten met bijvoorbeeld Cecil Taylor en op de begrafenis van John Coltrane. Privé-foto's van de broertjes Ayler die samen oefenen in een appartement... Verder een volledige biografie over zijn hele leven, inclusief prachtige verhalen over zijn jeugd en verhalen van andere muziekanten. Dan is er nog een heel groot stuk over alle artiesten die Albert Ayler beïnvloedden in zijn manier van spelen, een enorm stuk over zijn periode in het leger in Frankrijk en hoe hij probeerde zijn nieuwe manier van spelen aan de man probeerde te brengen maar steeds genegeerd werd. Verder een hoofdstuk: 'Witnesses'. Herinneringen van ondermeer Cecil Taylor, Roswell Rudd, Steve Lacy en dergelijken. Verder een volledige discografie, ook van deze set natuurlijk. Volledige beschrijvingen van alle sessies op deze set. Kleine biografieën van alle meespelende artiesten op deze set. Met foto. Zelfs van onbekenden als Heiki Annala of Martti Äijänen. Heerlijk leeswerk in een prachtig boek!
Deze set is duidelijk een monument voor een groot musicus, die volledig genegeerd, uitgekotst en onbegrepen zijn eigen hart volgde en de jazzmuziek voor altijd veranderde. Dit is geen set die het downloaden waard is. Deze moet je gewoon kopen! Al is het maar uit respect voor Ayler en zijn muziek. Een groot man! Dank u wel meneer Ayler! En dank u wel Revenent Records. Jullie doen tenminste moeite de boodschap en muziek van mensen als Albert Ayler te verspreiden. Top!