Met: Miles Davis (trompet); Steve Grossman (tenorsax, sopraansax); Chick Corea, Keith Jarrett (toetsen en nog wat gedoe); Dave Holland (elektrische bas); Jack DeJohnette (drums); Airto Moreira (percussie, fluitjes)
Niet te verwarren met de liveplaat
Black Beauty die hij een paar maanden eerder opnam in de Fillmore
West in San Francisco (maar die pas later uitkwam dan deze). De Fillmore East ligt dan weer in New York, en deze dubbel-lp werd hetzelfde jaar nog uitgebracht met vier plaatkanten die alleen de dag van de opnames verraden. Tegenwoordig zie je op Spotify ook gewoon welke tracks er werden gespeeld (zie ook het bericht van Huygens hierboven). De complete opnames werden in 2014 ook uitgebracht in het kader van de
Bootleg Series, maar ik vind dít eerlijk gezegd al een lange zit.
Niet dat er niets op staat dat de moeite waard is. Miles Davis probeert zijn geluid geschikt te maken voor de grote rockhallen (in het voorprogramma van Laura Nyro volgens Wikipedia en de site van
plosin.com, en van Neil Young volgens berichten op Musicmeter bij de boxset- ik heb geen idee, ik was er niet bij): soms slaagt hij erin dezelfde intensiteit op te roepen als op meesterwerken als
Bitches Brew, met name de verschillende versies van 'It's about that Time' (toch wel hét livenummer van Davis van deze periode) zijn erg goed.
Op veel andere momenten klinkt het allemaal wat te vrijblijvend of rommelig, of erger nog: als egotripperij. Met twee nogal dominante toetsenisten op het podium ontspoort het vaak nogal, of verzandt het in oeverloos gepriegel, wat op enthousiasme van het rockpubliek van destijds kan rekenen maar bij mij zorgt dat ik er nooit echt 'in' kom. Ik heb wel ergere voorbeelden gehoord van notenneukerij uit de jaren zeventig trouwens, maar echt heel prettig om naar te luisteren vind ik het niet, sorry.