In de verte hoor ik donder op deze avond. Ik ben alleen thuis in een groot, krakend huis, en het enige wat me van mijn angstwekkende gedachten afhoudt, is deze plaat, Remain In Light.
Ik hoorde het eerst van Talking Heads toen ik een interview met Thom Yorke, de zanger van Radiohead, bekeek op YouTube. Het ging over Kid A en meneer Yorke noemde deze plaat als invloed. Hij zei iets over dat hij de manier waarop David Byrne zich terug wist te trekken en van een afstandje wist te zingen, bewonderde. Ik had geen idee wat hij bedoelde, en toen ik mijn eerste nummer van deze band luisterde, Once In A Lifetime, toen wist ik het nog steeds niet. Wat ik wel wist was dit: dit klonk zeer, zeer goed.
De dagen gingen voorbij, ik zou niet meer kunnen zeggen hoeveel het er waren. Ik downloadde wat van deze en Fear Of Music, en hoe meer ik ernaar luisterde, hoe meer het me begon te bevallen en hoe meer ik door mijn kamer heen swingde.
Ik kocht Fear Of Music in een aanbieding voor tien euro. Een tegenvaller groeide en op een gegeven moment haalde het album zelfs nummer zes in mijn top 10, als ik me niet vergis. Het was duidelijk: ik moest hier meer van hebben.
Met Sinterklaas was het eindelijk zo ver. Daar zat ik, met een gesealde versie van Remain In Light in mijn handen, de cover bewonderend. Ik kon niet wachten om het album te luisteren. Volgens mij heb ik het die bewuste avond nog wel gedaan. En ik wist niet wat ik hoorde.
Born Under Punches begint met drums en een gillende Byrne. Heerlijk. De gitaar swingt en ik kan het niet laten mijn kamer door te stuiteren en mee te schreeuwen met de tekst. De videogamesolo brengt mijn hoofd op hol en daar sta ik dan, nu al bijna uitgeput als het nummer afloopt.
Maar een rustpauze krijg ik niet, want Crosseyed And Painless klinkt al door de kamer. Dit moet mijn meestbeluisterde Talking Heads-nummer zijn, denk ik. Een hypernerveuze David Byrne zingt dat hij zijn vorm is verloren in een poging er 'casual' uit te zien. Ik vond en vind het nog altijd meesterlijk. In de reffreinen schiet zijn stem de hoogte in en ik doe hetzelfde, maar dan niet alleen met mijn stem.
The Great Curve is opnieuw een hoogtepunt. Met donkere woorden bezingt men iets wat ik nog altijd niet begrijp, maar als de backings erin komen in het reffrein, dan ben ik niet meer te stoppen. Dit is het hoogtepunt van mijn ultieme swingsessie; meer dan op stoom gebracht door de vorige twee nummers en nog niet helemaal uitgeput stel ik me voor dat ik op een podium sta met een menigte Afrikaanse muzikanten, en iedereen doet precies hetzelfde als ik. Iedereen danst en swingt en we voelen het allemaal. Wat we precies voelen, dat weet ik niet, maar voelen doen we het en we doen het góéd ook.
Ik zou haast willen dat ik uit kon rusten, maar ook Once In A Lifetime dwingt me mijn stoel uit te komen. In de coupletten is meneer Byrne op zijn nerveuze best, in de reffreinen zorgt zijn gitaar voor een boogie van jewelste. Als ik niet beter zou weten, zou ik zeggen dat ik het jammer vond dat ik de jaren '80 niet mee heb gemaakt. Hoewel het vooral een modemiskleun van jewelste is, is het toch jammer dat ik dit nooit live had mogen aanschouwen. Och, de jaren '00 kunnen er ook wel mee door. Ik heb de CD immers.
Bij Houses In Motion kan ik niet meer. Nee, echt, nu kan ik niet meer. Nu ga ik in mijn stoel zitten en meezingen en uitpuffen, want van dit alles tolt mijn hoofd en mijn buikje doet pijn. Live is dit nummer overigens helemaal smullen. De versie op The Name of this Band Is Talking Heads brengt je in dezelfde extase als de eerste vier nummers op deze plaat deden - en deze keer zónder je extreem erg te vermoeien.
Seen & Not Seen is hypnotiserend. De muziek speelt en David Byrne vertelt over van alles en nog wat. Meestal luister ik niet naar zijn woorden - zonder betekenis zijn ze al indrukwekkend genoeg -, maar als ik dat doe brengen ze een glimlach op mijn gezicht. Hoofdknikkend zit ik nu in mijn stoel en laat me meevoeren door de muziek.
Listening Wind is als een donkere wolk waar je vol verbazing naar blijft staren. Langzaam maar zeker weet je dat hij dichterbij komt en de regen die eruit druppelt zal je zeiknat maken, maar het is zo verschrikkelijk mooi, dat je niets anders kunt doen dan verstomd naar de lucht staren. 'The wind in my heart,' zing ik, terwijl ik me eigenlijk een beetje schuldig voel, dat ik dit liedje zo erg verkracht met mijn eigen vocalen. Maar ik kan me niet bedwingen, serieus, ik kan me niet bedwingen.
Het album eindigt met The Overload. Het is hier al eens 'inspiratieloze meuk' genoemd, als ik me niet vergis, maar eigenlijk kan het me niet schelen of het inspiratieloos of meuk is. Nu we toch aan het vergelijken zijn: The Overload is als een zwart gat dat je langzaam maar zeker opslorpt. Het is inderdaad niet het beste nummer van dit album, maar het kippenvel loopt over mijn benen als meneer Byrne 'the future lies / in someone's eyes' zingt. Prachtig.
En dan is het afgelopen en zit ik compleet overdonderd in mijn stoel. Geen seconde gedacht aan beelden uit horrorfilms, niet aan de donder buiten en het zachte gekletter van de regen tegen het raam. Alleen maar veertig minuten complete overrompeling. Het swingendste moment uit mijn leven. Alwéér. Bedankt, Talking Heads!